Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen Tichelrijt Zonnepark te Dongen, gemeente Dongen: Antea Group Archeologie 2017/166

In de periode november-december 2017 heeft Antea Group in opdracht van de gemeente Dongen een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de realisatie van een zonnepark op het industrieterrein Tichelrijt in Dongen. Het onderzoek heeft bestaan uit een archeologisch bureauonderzoek en een booronderzoek (verkennende fase). Het onderzoek is uitgevoerd conform BRL 4000, de protocollen 4002 en 4003 met daarin besloten de KNA 4.0. Het plangebied valt binnen het bestemmingplan ‘Tichelrijt’, waarbij een ‘besluit-vlak Waarde-Archeologie’ is opgenomen. Dit zijn gronden die op basis van de vastgestelde gemeentelijke beleidskaart archeologie zijn aangewezen voor het behoud en de bescherming van de (mogelijke) archeologische waarden van deze gronden. Er dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden indien bodemingrepen worden voorzien die een oppervlakte van meer dan 100 m2 beslaan en de bodem dieper dan 0,5 m – mv zullen verstoren. Het plangebied “Vierbunderweg” heeft een oppervlakte van circa 11,3 hectare. Het plangebied bevindt zich in de benedenloop van de rivier de Donge en haarbeekdal, en heeft mede om die reden een middelhoge archeologische verwachting op de gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart. Bureauonderzoek Binnen het plangebied kunnen door de ligging in een beekdal archeologische resten verwacht worden op de periode paleolithicum tot en met de nieuwe tijd, waarbij de hoogste verwachting geldt voor resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Specifiek moet er daarbij ook aandacht zijn voor puntvondsten uit de steentijd. Het bureauonderzoek met daarin besloten het gespecificeerde archeologische verwachtingsmodel wordt vervolgens idealiter getoetst door middel van een veldonderzoek. Gelet op de omvang van het plangebied (11,3 hectare) heeft Antea Group geadviseerd dit als eerste te onderzoeken middels een booronderzoek, verkennende fase. De gemeente heeft dit advies overgenomen. Zowel de resultaten van het bureauonderzoek en het booronderzoek zijn in dit rapport weergegeven. Booronderzoek Op basis van de bodemopbouw zoals waargenomen in de boringen is sprake van beekeerdgronden in het plangebied. Er zijn nauwelijks boringen waar moerig of venig materiaal is aangetroffen, zodat de bodem niet als moerige eerdgrond geïnterpreteerd kan worden. Het plangebied ligt in het beekdal van de Donge en er zijn geen aanwijzingen voor een gradiëntzone in het gebied, die in de prehistorie interessant zou kunnen zijn als vestigingsplek. Het is daarom aannemelijk dat het plangebied door de tijd heen betrekkelijk nat is geweest en niet zo zeer geschikt is geweest voor bewoning. Niet uitgesloten kan worden dat het plangebied vanaf de late middeleeuwen incidenteel benut is geweest als weidegrond. Advies In het plangebied zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van potentieel behoudenswaardige archeologische vindplaatsen. Het uitgevoerde onderzoek is daarbij weliswaar verkennend van aard maar de afwezigheid van een gradiëntzone en de lage ligging nabij de waterloop bevestigen dat voorliggend plangebied niet aantrekkelijk is geweest als vestigingszone voor kort of langer verblijf. Een vindplaats met de resten van een dergelijk verblijf mag redelijkerwijs niet binnen het plangebied verwacht worden. De aanbeveling luidt om het plangebied op grond van de ligging in een verhoudingsgewijs nat deel van het landschap ( (beekdal van de rivier de Donge) een lage trefkans toe te kennen op het voorkomen van archeologische resten