Evolution typologique et rôle domestique des céramiques de Saint-Omer du XIIIe au XVIIIe siècle

Eddy Roy, Potteries in Saint-Omer, XIIIth-XVIIIth Centuries. Recent excavations in Saint-Omer permit the establishment of a typology of the potteries of the Lower Middle- Ages and of the Modern Period in Artois. The research relied on such criteria as the nature and colour of the paste and glazing, as the morphology (rims, pause and base) and as the decoration of the vases. It concerned all the types of crockery in use over that long period.Les fouilles récentes de Saint-Omer permettent l'établissement d'une typologie de la céramique du bas Moyen Age et de l'époque moderne en Artois. Les recherches ont été fondées sur les critères de nature et de couleur des pâtes et glaçures, de morphologie (bords, pause et base) et de décor des vases. Elles ont concerné tous les types de vaisselle en usage sur cette longue période.Eddy Roy, Keramiekmateriaal van Saint-Omer tijdens de XIIIe - XVIIIe eeuw. Het pottenmateriaal afkomstig van de recente opgravingen te Saint-Omer verrijkt de typologie van de late midde- leeuwen en de moderne tijd in het Artoisgebied. Het onder- zoek steunt op een aantal klassieke criteria zoals de kleur en textuur van de kleiwaar, het glazuur, de vorm en de versie- ring van de vazen. André- Valentin Munaut, Philippe Feray et Jean-François Piningre, Vergelijking van het pollenspectrum tussen de bronstijd grafveldende van Waben le « Sémaphore » en Conchil-le-Temple « la Frénésie » (Pas-de-Calais). In een tussentijd van 20 jaar werden twee reeksen polle- nanalyses uitgevoerd op twee grafvelden uit de Bronstijd, de ene in Conchil-le-Temple « la Frénésie » : opgraving J.-F. Piningre (1978-1979), de andere te Waben « le Sémaphore » : opgraving P. Feray (1997). Op een afstand van amper 2 km, deze sites bevinden zich op een substraatRoy Eddy, Barbé Hervé. Evolution typologique et rôle domestique des céramiques de Saint-Omer du XIIIe au XVIIIe siècle. In: Revue du Nord, tome 80, n°328,1998. Archéologie de la Picardie et du Nord de la France. pp. 69-97