Contribution à une histoire des chemins du pouvoir sous la IIIe République : les conseillers généraux du Nord, du début du siècle à la veille de la Seconde Guerre mondiale

Jean-Pierre Florin, A contribution to a history of the ways to power under the Third Republic : the Nord Department Councilors from the beginning of the century to the eve of World War II. An analysis of 250 biographies of Department Councilors elected in the Nord between the beginning of the century and 1940 shows the variety of their rise to the Department Chamber, under the Third Republic, according to their political commitments. Indeed, the political personnel here studied share a few common features whatever their partisan commitments : our councilors were elected, in their vast majority, in their native boroughs, and entered the Department Chamber at a mature age, after holding a municipal office, source of a strong local power base which explains a sure election at the very first standing. On the other hand, the statistical approach points at the discriminating role of certain attributes : family tradition, cultural inheritance, socio-professional situation, commitments taken outside the political arena, all sharply differentiate the people elected under the banners of the Right or the Left. In any case, the global under-representation of the more modest social categories (in spite of the increased weight of the Left in the Department Chamber) emphasises the limits of the process of démocratisation of the political personnel under the Third Republic.L'analyse de 250 biographies de conseillers généraux élus dans le Nord entre le début du siècle et 1940 met en évidence la variété des itinéraires qui conduisent à l'assemblée départementale, sous la Troisième République, selon les tendances politiques. En effet, le personnel politique étudié a certains traits en commun, quelle que soit son étiquette partisane : nos conseillers sont élus, pour la plupart, dans leur canton natal, et entrent au Conseil général à l'âge mûr, après avoir exercé un mandat municipal, source d'une assise politique locale qui explique une élection assurée dès la première candidature. En revanche, l'approche statistique aboutit à démontrer le rôle discriminant de certains attributs : l'héritage familial, le patrimoine culturel, la situation socio-professionnelle, les engagements pris en dehors du champ politique, différencient nettement élus de droite et de gauche. Reste que, globalement, la sous-représentation des catégories sociales les plus modestes (en dépit de l'accroissement du poids de la Gauche au Conseil général), souligne les limites de la démocratisation du recrutement du personnel politique sous la Troisième République.Jean-Pierre Florin, Hoe de macht veroveren in de Derde Republiek ? Een bijdrage met als voorbeeld de conseillers generaux van het Noorden, van het begin van de eeuw tot voor de Tweede Wereldoorlog. Uit het onderzoek van 250 biografieën van conseillers généraux van het Noorden (leden van de gewestelijke raad) tussen het begin van de eeuw en 1940 blijkt dat heel wat verschillende wegen naar de départementale raad konden leiden, tijdens de Derde Republiek, volgens de politieke strekking. Het politiek personeel heeft, de politieke tegenstellingen ten spijt, een aantal gemeenschappelijke trekken : de meesten worden in hun geboortekanton verkozen en worden pas raadslid op rijpere leeftijd, na eerst een gemeentelijk mandaat vervuld te hebben, en zo een lokale macht te hebben opgebouwd die een onmiddellijke verkiezing mogelijk maakt. Daar staat tegenover dat heel wat factoren discriminerend werken tussen links en rechts : de familiale erfenis, het cultuurpatrimonium, het beroep en andere buitenpolitieke verbintenissen. De ondervertegenwoordiging van de laagste sociale klassen (het sukses van links in de conseil general ten spijt) blijft bestaan en onderstreept de beperk- theid van de democratisering van het politiek personeel tijdens de Derde Republiek.Florin Jean-Pierre. Contribution à une histoire des chemins du pouvoir sous la IIIe République : les conseillers généraux du Nord, du début du siècle à la veille de la Seconde Guerre mondiale. In: Revue du Nord, tome 75, n°302, Juillet-septembre 1993. Le personnel politique. pp. 601-633