Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Tiendweg 5B te Noordeloos

KSP Archeologie een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase (IVO-(O)verig); booronderzoek) uitgevoerd voor de locatie aan de Tiendweg 5B in Noordeloos (gemeente Giessenlanden). Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouwplannen van een loods. Het doel van het archeologische bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Op basis van de mogelijke aanwezigheid van crevasse-afzettingen van de stroomgordel van Schoonrewoerd in het noordwestelijke uiteinde van het plangebied is aan dit deel van het plangebied een middelhoge verwachting toegekend voor nederzettingsresten vanaf het Midden-Neolithicum tot en met Laat-Neolithicum. Aan de rest van het plangebied is een onbekende verwachting toegekend voor vuursteenvindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Vroeg-Neolithicum en een lage verwachting voor nederzettingsresten uit het Midden-Neolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Vervolgens is deze verwachting getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat de bodem beneden de sleufsilo’s tot ca. 165 cm beneden het oorspronkelijk maaiveld (-1,45 m NAP) is verstoord en daarbuiten tot 55-65 cm. Er zijn geen oever- en/of beddingafzettingen van een crevasse van de Schoonrewoerd stroomgordel aangetroffen, maar alleen kom- op veen- op komafzettingen. Hieruit blijkt dat het gebied altijd vrij nat en laaggelegen was en daardoor ongeschikt voor bewoning. Op basis hiervan is de onbekende verwachting uit het bureauonderzoek voor vuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaars uit het Laat-Paleolithicum tot en met Neolithicum wordt gehandhaafd. Daarnaast is de middelhoge archeologische verwachting uit het bureauonderzoek om archeologische resten uit de perioden Midden-Neolithicum tot en met Laat-Neolithicum voor het noordwestelijke deel van het plangebied bijgesteld naar laag en is de lage verwachting voor het grootste deel van het plangebied gehandhaafd. De resultaten van het booronderzoek geven geen aanleiding om de lage verwachting voor de perioden Bronstijd tot en met Nieuwe tijd uit het bureauonderzoek bij te stellen. Op grond van de aangetroffen bodemverstoringen in het plangebied, het ontbreken van crevasse-afzettingen van de Schoonrewoerd stroomgordel en daarmee lage archeologische verwachting adviseert KSP Archeologie geen archeologisch vervolgonderzoek