Dit academische proefschrift richt zich op de vraag op welke momenten en op welke wijze er in het Nederlandse strafproces tegemoetgekomen kan worden aan de kwetsbaarheid van de psychisch gestoorde verdachte. Er wordt bekeken of de Nederlandse regelgeving en de praktische uitvoering daarvan consistent en adequaat zijn in het licht van Europese standaarden. Hierdoor wordt er inzicht verkregen op welke manier er gedurende het strafproces wordt omgegaan met de verdachte die lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens, of de wettelijke regelingen voldoende waarborgen bieden om de kwetsbaarheid van deze verdachte te compenseren en op welke wijze en op welk moment de kwetsbaarheid van deze verdachte gecompens...