Heerenveen, Aansluitingen A32, Gemeente Heerenveen (Fr.). Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek: 2016-02/04

In verband met de geplande herinrichting van op- en afritten is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd op twee locaties langs de snelweg A32 te Heerenveen, gemeente Heerenveen, provincie Fryslân. Voor de herinrichting van de op- en afritten is graafwerk nodig, wat mogelijk een bedreiging zal zijn voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek, verkennende fase. Het onderzoeksgebied bestaat uit twee locaties en ligt op ruime afstand ten zuidoosten van de laat-middeleeuwse kern van het veenontginningsdorp Heerenveen. Op beide locaties is een door veen afgedekt dekzandlandschap aangetroffen. Ook geldt voor deze locaties dat het dekzandlandschap plaatselijk min of meer een kop vormt. Binnen locatie 1 ontbreken echter overal sporen van podzolvorming en zijn ook in geen van de boringen archeologische indicatoren gevonden. De dekzandkop die op locatie 2 is aangetroffen vertoont wel sporen van podzolvorming. Bovendien is in één van de op deze kop geplaatste boringen houtskool in de top van het dekzand waargenomen. Om deze redenen is hier aanvullend booronderzoek uitgevoerd waarbij negen megaboringen zijn geplaatst en het opgeboorde zand is gezeefd. Dit heeft echter naast de houtskoolspikkels in de eerder uitgevoerde boring, geen archeologische indicatoren opgeleverd die aanleiding geven tot het adviseren van verder archeologisch onderzoek. Advies Gezien het niet voor bewoning geschikte landschap en het volledig ontbreken van archeologische indicatoren geldt voor locatie 1 en het grootste deel van locatie 2 dat hier geen aanleiding bestaat tot het adviseren van archeologisch vervolgonderzoek. Evenmin zijn hier archeologische resten gevonden waarmee tijdens toekomstige planvorming rekening zou moeten worden gehouden. Voor het deel van locatie 2 rond de boorpunten 50 en 51 geldt ondanks de aanwezigheid van een dekzandkop en de vondst van houtskoolspikkels in boring 50, uiteindelijk hetzelfde advies. De hier uitgevoerde megaboringen en het zeven van het hiermee opgeboorde zand hebben namelijk geen verdere archeologische indicatoren opgeleverd