Kannen op Canvas, Vergelijking tussen de benaming en het gebruik van aardewerk

Bij het classificeren via het Deventersysteem krijgen voorwerpen een benaming van een voorwerp waarop het lijkt. Bij deze manier van classificeren wordt het gebruik van middeleeuwse voorwerpen geregeld gecorreleerd met het gebruik van moderne voorwerpen. Er is onderzocht hoe het gebruik van middeleeuwse voorwerpen overeenkomt met het gebruik van moderne voorwerpen met dezelfde benaming en wat dit betekent voor dit type classificatiesystemen. Het onderzoek is uitgevoerd door het gebruik van vormen op schilderijen te vergelijken met de beschrijvingen in de ‘Van Dale’ en in ‘Steden in Scherven’. De gebruikte schilderijen dateren tussen 1550 en 1672 en zijn geschilderd door Nederlandse of Vlaamse schilders. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste voorwerpen gebruikt worden zoals de beschrijvingen suggereert. De vormen die anders gebruikt zijn, zijn bakpan, bord, fles, grape, kan, komfoor, kop, lekschaal en snelle. Oorzaken voor het afwijkende gebruik van deze vormen zijn: gebruik van kookgerei als eetgerei, geven van foute benamingen, voorwerpen met meerdere doeleinden, gebruik op afwijkende manieren of dienen als teken en symbool. De volgende valkuilen van deze classificatiesystemen kunnen aangewezen worden: gebruik van een voorwerp wordt samengetrokken met de benaming van een vorm, verschil van benaming betekent geen verschil van gebruik en binnen één benaming komen verschillende gebruiken voor. Om deze valkuilen te beperken is het belangrijk om een goede beschrijving van de vorm te geven. Daarnaast dient er een notitie gemaakt te worden dat de benamingen als doel hebben te determineren en geen indicatie geven van het gebruik. Ten slotte wordt geconcludeerd dat er nooit conclusies gemaakt mogen worden gebaseerd op benamingen.