Immune regulation by allergen immunotherapy : lessons learned from experimental approaches

Veel allergische aandoeningen kunnen onderdrukt worden. Er zijn echter nauwelijks medicijnen die de oorzaak van de ziekte aanpakken en die langdurig werkzaam zijn. Dat is ook het geval bij allergische astma. Omdat er over de oorzaak van deze ziekte weinig bekend is, zijn er geen goede medicijnen beschikbaar. Hadi Maazi en Soheila Shirinbak gingen op zoek naar de cellulaire mechanismen die aan allergische astma ten grondslag liggen. De inzichten die dit onderzoek opleverde kunnen wellicht helpen bij de ontwikkeling van een medicijn tegen allergische astma. Maazi en Shirinbak ontdekten dat FoxP3-positieve regulatoire T-cellen belangrijk zijn voor onderdrukking van de luchtwegontsteking die bij allergische astma een rol spelen. B-cellen, plasmacytoide dendritische cellen en CD8-positieve T-cellen daarentegen zijn niet vereist voor de onderdrukking van luchtwegontsteking, luchtweghyperreactiviteit en allergeen-specifiek IgE responsen. Eerder hadden Maazi en Shirinbak al ontdekt dat ook het cytokine IL-10 een belangrijke rol speelt bij de behandeling van allergische astma. In dit proefschrift brengen ze de precieze rol van dit cytokine in kaart. Tenslotte laten ze zien dat CTLA4-Ig en TGFβ de efficiëntie van de SIT behandeling sterk vergroten. In this PhD thesis we aimed to unravel the mechanism of action of SIT at cellular level on the one hand and find ways to improve the efficacy of SIT in the other hand in a mouse model of allergic asthma. We found that while FOXP3+ regulatory T cells play a role in SIT-induced suppression of airway eosinophilia, CD8+ T cells, B cells and plasmacytoid dendritic cells play dispensable roles in SIT-induced suppression of airway hyperreactivity, airway eosinophilia and allergen-specific IgE levels in the serum.