Toetsing- en beoordelingssystematiek bij het Centrum voor Revalidatie Groningen

Inleiding Vanuit het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) werd enkele jaren geleden een competentiekader ontwikkeld waaraan medische vervolgopleidingen en assistenten in opleiding tot specialist (aios) moeten voldoen. De Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) bewaakt dit en stelt o.a. eisen aan de toetsing en beoordeling . Het Centrum voor Revalidatie (CvR) wil voor haar aios graag de systematiek van toetsing en beoordeling inzichtelijk maken en verbeteren. De onderzoeksvraag luidt: ‘Vindt de toetsing en beoordeling van aios binnen het CvR op een efficiënte en effectieve manier plaats?’ Deelvragen zijn: - Welke criteria en factoren spelen een rol bij het systematisch inzetten van toets- en beoordelingsinstrumenten? - Welke toets- en beoordelingsinstrumenten worden op dit moment gebruikt bij het CvR en op welke wijze gebeurt dit? Methode Een kwalitatieve onderzoeksbenadering met behulp van een case study. Hiervoor is gekozen om een breed, inzichtelijk en compleet beeld te krijgen van welke toets–en beoordelingsinstrumenten er gebruikt worden en op welke wijze. De benodigde gegevens zijn gegenereerd met literatuurstudie, documentenanalyse en diepte interviews. De deelnemers van de case study waren de aios, de opleider, de plaatsvervangend opleider en de supervisoren. Resultaten Het CvR gebruikt diverse toets- en beoordelingsinstrumenten, gebaseerd op een resultaat- en gedragsgerichte benadering. Over het algemeen zijn de deelnemers tevreden over de vijf criteria voor evaluatie van een toets- en beoordelingssysteem, alhoewel men bij de betrouwbaarheid van enkele instrumenten kanttekeningen plaatst. Tevens zijn er verbeterpunten aangedragen voor de gebruikte instrumenten. Er blijkt een gunstig - open - klimaat te zijn voor feedback binnen het team, waarbij men ook veel informele momenten gebruikt. Conclusie Het CvR voldoet aan de eisen van diverse overkoepelende organen. Verbeteringen zijn mogelijk op het gebied van het consistent gebruik van de nieuwe competenties en de korte klinische praktijkbeoordelingen en de objectiviteit van de beoordelingen. Het laatste geldt met name voor de intrede- en uittredetoetsen van het onderwijs, wil men er consequenties aan verbinden. Verder dient het nut van het portfolio benadrukt te worden en dient men de leerplannen te herschrijven naar de zeven kerncompetenties. Suggesties voor vervolgonderzoek zijn gelegen in het zoeken naar en focussen op totaalpakketten voor het feedbacksysteem en het gebruik van video-opnames als toets- en/of beoordelingsmoment. Tevens kan meer onderzoek gedaan worden naar het gebruik van toets- en beoordelinsinstrumenten in een poliklinische- en klinische ziekenhuissituatie, aangezien dit onderwerp slechts summier wordt behandeld