The New York Times, Trouw, Het Parool en Algemeen Handelsblad over de Vietnamoorlog. Een analyse van de berichtgeving aan de hand van drie keerpunten tussen 1968 en 1971.

Ten tijde van de Vietnamoorlog was The New York Times de grootste en meest invloedrijke krant van de Verenigde Staten. De Vietnamoorlog ging in de eerste plaats Amerika aan, maar was ook belangrijk nieuws in de Nederlandse pers. In deze scriptie wordt beschreven in hoeverre de berichtgeving over de Vietnamoorlog in The New York Times, Trouw, Het Parool en Algemeen Handelsblad overeenkwam en verschilde. Aan de hand van een analyse van de berichtgeving rondom drie cruciale ontwikkelingen in de Vietnamoorlog (het Tet-offensief, de My Lai slachting en de publicatie van de Pentagon Papers) geeft dit onderzoek een gedetailleerd beeld van de berichtgeving en standpunten van de kranten in de periode van 1968 tot 1971. De grote impact die de Vietnamoorlog had, was af te lezen aan het grote aantal nieuwsberichten en commentaren dat in de vier kranten verscheen. Feit en mening werden in de nieuwsberichten in The New York Times, Trouw, Het Parool en Algemeen Handelsblad duidelijk gescheiden. De nieuwsberichtgeving kwam in grote lijnen overeen vanwege het gebruik van dezelfde bronnen, hoofdzakelijk persbureaus. De nieuwsberichten in The New York Times waren gedetailleerder omdat de krant beschikking had over eigen correspondenten in Vietnam. De vier onderzochte kranten onderscheidden zich van elkaar in uitgesproken commentaren. De inhoud van de commentaren kwam grotendeels voort uit de heersende redactionele structuur en de historie van de kranten. In het begin van de oorlog bestonden er grote verschillen in de standpunten van de kranten ten aanzien van de oorlog in Vietnam. In 1971 kon geen van de kranten meer ontkennen dat de Vietnamoorlog een mislukking was geworden en kwamen de commentaren inhoudelijk veelal overeen.