Derdenverrijking

n dit onderzoek is ingegaan op de toelaatbaarheid van verrijkingsacties tegen derden. Met dat begrip wordt gedoeld op de situatie waarin tussen A en B een overeenkomst bestaat, maar A ervoor kiest een derde (C) uit ongerechtvaardigde venijking aan te spreken. Deze studie heeft gediend ter beantwoording van drie daarmee verband houdende onderzoeksvragen. De eerste onderzoeksvraag is hoe het Nederlandse recht luidt op het punt van derdenverrijking. Daarbij is het er vooral om gegaan een beschrijving te geven van wat achtereenvolgens de Nederlandse wetgever, rechtspraak en literatuur over dit onderwerp hebben gezegd. Omdat dit nu eenmaal een onderwerp is met een lange geschiedenis, zijn aan deze beschrijving van het huidige Nederlandse recht enkele rechtshistorische hoofdstukken voorafgegaan. Daarin is de voorgeschiedenis van artikel 6:212 BW weergegeven, beginnend bij het Romeinse recht en eindigend bij de totstandkoming van het huidige Burgerlijk Wetboek. ... Zie: Samenvatting